Accountancy is een pluriform beroep!
Accountants
hebben veel functies in deze samenleving. Sommige zijn werkzaam bij een
accountantskantoor, anderen werken bij de overheid of in het private
bedrijfsleven in een veelheid van functies.
Een aantal werkt als intern accountant bij overheid of in het
bedrijfsleven, de meeste in heel andere functies. Ook werken sommige accountants bij
advieskantoren op ander gebied dan accountancy in de enge zin van het woord.
Bij Nivra functioneert al heel lang een vakgroepstructuur welke
de pluriformiteit van het beroep zo goed als mogelijk reflecteert. Wij zijn van mening dat er ook bij NOvAA autonome vakgroepen moeten komen, die via een
kamerstructuur de belangen van de achterban van de vakgroep behartigen. Deze autonome vakgroepen bewaken
de nadere voorschriften, die door de delegatiebevoegdheid in de VGC door
het bestuur kunnen worden uitgevaardigd.
Redenen:
Meer
structuur in de organisatie van de NOvAA.
Belangen van
de ledengroepen worden beter behartigd.
Enerzijds is
het daarvoor nodig dat de delegatiebevoegdheid uit de VGC wordt gehaald. Nadere
voorschriften moeten voortaan eerst worden goedgekeurd door de Ledenvergadering
of door een ledengroep/vakgroep.
Anderzijds moeten
nadere voorschriften voortaan eerst ook worden goedgekeurd door
ledengroepen/vakgroepen (kamers analoog zoals het nu is bij het NIVRA) in te
stellen met
aparte
bestuurseenheden, die in overleg kunnen treden met het hoofdbestuur van de NOvAA en voorstellen kunnen aandragen voor de
ledenvergadering en eventueel convenanten kunnen sluiten met het bestuur over de regels, nadat
de achterban van een ledengroep is geraadpleegd.
Door de WMO zijn daartoe drie verordeningen aangeboden
ter goedkeuring in de ledenvergadering. Het Bestuur van de NOvAA
heeft geweigerd die verordeningen in de vergadering te laten behandelen met als
argument dat de leden geen recht van initiatief hebben. Daarover lopen nu
juridische procedures. Het NOvAA Bestuur is ook niet voornemens deze voorstellen over
te nemen. Wij roepen iedere accountant
op er aan bij te dragen mee te helpen om deze structuurwijziging bij de NOvAA te realiseren.
Onderstaand treft u de drie verordeningen aan
die noodzakelijk zijn om een vakgroepstructuur binnen de NOvAA
te realiseren.
Amendement op de Ledenvergadering
Ontwerp Verordening op de Vakgroepen
============================================================
Amendement
-Verordening op het bestuur
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 11 juni 2007, afgekondigd in de Staatscourant van …, no…
De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op artikel 21, eerste lid van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende wijzigingen in de Verordening op het bestuur vast:
Artikel 1
De eerste zin van artikel 3 lid 1 wordt als volgt
gewijzigd: ´Het bestuur is bevoegd tot het instellen, wijzigen en ontbinden
van vakgroepen, instituten, commissies en werkgroepen´.
Artikel 11
Deze wijziging treedt in werking op 1 januari 2008.
Toelichting
De voorgestelde wijziging van het eerste lid van artikel 3 beoogt het bestuur de bevoegdheid te geven tot het instellen van vakgroepen.
============================================================
Amendement – Regelen ter uitvoering van
de verordening op de ledenvergadering
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 11 juni 2007, afgekondigd in de Staatscourant van …, no…
De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op artikel 21, eerste lid van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende wijzigingen in de ´Regelen ter uitvoering van de verordening op de ledenvergadering´ vast:
Artikel 1
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd en vernummerd tot lid
1: ´Kandidaten voor de te vervullen vacatures in het bestuur kunnen worden
aanbevolen, zowel door het bestuur, het bestuur van een vakgroep, het bestuur
van een afdeling, als door ten minste vijfentwintig leden`.
Artikel 11
Aan artikel 2 wordt het volgende tweede lid toegevoegd: ´Bij
de aanbevolen kandidaten wordt rekening gehouden met een evenredige vertegenwoordiging
van de vakgroepen binnen het bestuur. Iedere vakgroep zal een bindende
aanbeveling doen van een of meer kandidaten. Bij de kandidaten wordt vermeld
door welke vakgroep de kandidaat is aanbevolen en hoeveel leden de vakgroep
representeert´.
Artikel 111
Deze wijzigingen treden in werking op 1 januari 2008.
Toelichting.
De wijziging van het tot lid 1 vernummerde artikel 2 beoogt het bestuur van een vakgroep de bevoegdheid te geven kandidaten uit de vakgroep aan te bevelen voor het bestuur.
Het voorgestelde nieuwe tweede lid van artikel 2 beoogt te garanderen dat iedere vakgroep in het bestuur vertegenwoordigd is met tenminste een bestuurslid en dat de verdeling van de zetels in het bestuur gebaseerd is op evenredige vertegenwoordiging.
============================================================
Ontwerp-Verordening op de
vakgroepen
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 11 juni 2007, afgekondigd in de Staatscourant van …, no…
De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op artikel 21, eerste lid van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast:
ARTIKEL
1
1.
Het bestuur kan vakgroepen instellen zoals
geformuleerd
in artikel 3, lid 1 van de Verordening op het bestuur.
2. De
vakgroepen hebben tot doel de gemeenschappelijke belangen te behartigen van
en
het (doen) verzorgen van een optimale dienstverlening aan de leden die behoren
tot
de desbetreffende vakgroep. Dit met inachtneming van de taken en
verantwoordelijkheden
die uit hoofde van de wet zijn opgedragen aan de Orde.
3.
Het bestuur kan de volgende vakgroepen instellen, maar in ieder geval de
vakgroepen zoals vermeld onder 3.1 en 3.4.
3.1.
de vakgroep die bestaat uit accountantspraktijken, in die
hoedanigheid
omvattend de leden die optreden als openbaar accountant,
3.2.
de vakgroep die bestaat uit de leden die in dienst zijn van
het
Rijk, de Provincies, de gemeenten en (semi-)publieke
organisaties,
3.3.
de vakgroep die bestaat uit de leden die assuranceopdrachten
uitvoeren
in dienst van derden voorzover zij niet in dienst van het
Rijk,
de Provincies, de gemeenten en (semi-)publieke
organisaties
3.4.
de vakgroep die bestaat uit de leden die niet behoren tot één van de hiervoor
genoemde
categorieën
4.
Een vakgroep heeft een vakgroepbestuur.
5. De
vakgroepbesturen roepen de leden die behoren tot de vakgroep tenminste eenmaal
per jaar in een vakgroepsledenvergadering bijeen.
HET
BESTUUR VAN DE VAKGROEP
ARTIKEL
2
1.
Elk van de vakgroepbesturen heeft een samenstelling van ten minste vijf leden
waaronder
de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de penningmeester. Het
precieze
aantal leden wordt door het vakgroepbestuur bepaald, met dien verstande
dat het
aantal stemhebbende leden oneven is. De benoeming is voor de termijn van
vier
jaren met een maximum van drie termijnen. Het bestuur benoemt de
leden
van het vakgroepbestuur, op voordracht van het betreffende vakgroepbestuur.
2.
Het vakgroepbestuur doet zijn voordracht na raadpleging van de leden die bij de
desbetreffende
vakgroep behoren.
3.
Jaarlijks treedt een deel van de leden van het vakgroepbestuur volgens een door
de
vakgroepvergadering
vast te stellen rooster af. Het rooster wordt zodanig ingericht,
dat
voor zover mogelijk telkenmale hetzelfde aantal leden van het vakgroepbestuur
aftreedt.
De aftredenden zijn terstond herbenoembaar.
4.
Hij, die benoemd is ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats,
treedt af op het tijdstip waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, had
moeten aftreden.
VERGADERING
VAN HET VAKGROEPBESTUUR
ARTIKEL
3
1. De
vergadering van het vakgroepsbestuur bestaat uit alle leden van het
vakgroepsbestuur.
2. De
voorzitter van het vakgroepbestuur roept de vergadering bijeen, zo dikwijls hij
zulks
nodig oordeelt en voorts indien meerdere leden van het vakgroepsbestuur,
onder
opgaaf van de te behandelen punten, om haar bijeenroeping verzoekt.
3. De
oproeping tot een bijeenkomst van het vakgroepbestuur geschiedt ten minste
zeven
volle dagen tevoren door toezending aan alle leden van het vakgroepsbestuur
van
een agenda, mede vermeldende plaats, dag en aanvangsuur van de vergadering.
meer
dan de helft van het aantal leden aanwezig is.
genomen
ten aanzien van onderwerpen, welke niet op de agenda zijn vermeld.
6. De
vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van het vakgroepbestuur of bij
ontstentenis
door de plaatsvervangend voorzitter, of bij diens ontstentenis een ander
lid
van het vakgroepbestuur.
TAKEN
EN BEVOEGDHEDEN VAN HET VAKGROEPBESTUUR
ARTIKEL
4
1.
Ter behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de leden die
zij
vertegenwoordigt is het vakgroepbestuur bevoegd om:
1.1.
voorstellen te doen aan en het afsluiten van convenanten met het bestuur met
betrekking tot de inrichting,
onderhoud
en naleving van gedrags- en beroepsregels die de
desbetreffende
vakgroep
aangaan;
1.2.
voorstellen te doen aan het bestuur met betrekking tot de eisen voor de
permanente
educatie van alle leden en specifiek voor de leden van de
vakgroep;
1.3.
voorstellen te doen aan het bestuur met betrekking tot het beroepsprofiel ten
behoeve
van de opleiding voor de specifieke beroepsgroep;
1.4.
voorstellen te doen aan het bestuur met betrekking tot het opstellen en de
inhoud
van verordeningen;
1.5.
aanbevelingen te doen voor de benoeming van leden van het bestuur en
commissies;
bij de voordrachten voor benoeming draagt het
vakgroepbestuur
er zorg voor dat één van haar leden tevens wordt
voorgedragen
als lid van het bestuur;
1.6.
naar buiten op te treden en contacten te onderhouden, (beroeps)voorlichting
te
geven en standpunten en mededelingen namens de vakgroep te
verkondigen.
Het betreft hier geen standpunten en mededelingen die
behoren
tot het domein van publieke taken en verantwoordelijkheden, die bij wet zijn
opgedragen;
2.
Ter optimalisering van de dienstverlening aan de leden die zij
vertegenwoordigt
is het vakgroepbestuur bevoegd tot:
2.1.
Het (doen) organiseren van evenementen en bijeenkomsten
2.2.
Het (doen) verzorgen van cursussen en trainingen
2.3.
Het (doen) uitgeven van publicaties
2.4.
Het bevorderen van ervaringsuitwisseling tussen de leden die
behoren
tot de betreffende vakgroep
2.5.
Het entameren van alle overige activiteiten die noodzakelijk worden geacht
om de
gewenste dienstverlening aan te bieden
3.
Het vakgroepbestuur stelt het beleid voor de langere termijn, een jaarplan, een
begroting
en de hoogte van de contributie, die aan de vakgroep toevloeien, voor het
komende jaar vast waarbij ten minste aandacht zal worden
besteed
aan:
3.1.
de te ontplooien activiteiten in het kader van de belangenbehartiging van en
dienstverlening
aan de tot zijn vakgroep behorende leden;
3.2.
het aanwenden van de middelen van de vakgroep ter realisatie van haar
doelstelling;
3.3.
de wijze waarop de middelen van de vakgroep zullen worden vergaard en
aangewend;
3.4.
de mate waarin wordt samengewerkt met het bureau van de Orde en gebruik
wordt
gemaakt van de daar reeds aanwezige voorzieningen;
4.Het
vakgroepbestuur stelt de leden die behoren tot de vakgroep, in staat
om
hun mening te geven over het voorgenomen beleid, het jaarplan, de begroting en
de hoogte van de contributie;
5.
Ter verwezenlijking van zijn doelstellingen beschikt het vakgroepbestuur over
een
budget
binnen de begroting, beschikbaar gesteld op basis van een
jaarplan
dat door het bestuur is geaccordeerd.
6.
Over de activiteiten en bestedingen legt het vakgroepbestuur jaarlijks rekening
en
verantwoording
af aan de vakgroepsledenvergadering. Tevens
informeert ze het bestuur van de orde.
7.
Onverminderd het bepaalde in art. 2.2 heeft het vakgroepbestuur de bevoegdheid
om bindende aanbevelingen te doen voor de benoeming van de leden van het
bestuur,
ter
voordracht door het bestuur aan de ledenvergadering. In het kader van de
bevoegdheid
van het doen van bindende aanbevelingen voor benoeming van leden van het
bestuur,
adviescommissies en werkgroepen van het bestuur, deelt het bestuur aan de
vakgroepen
tijdig mede wanneer, ten gevolge waarvan en overeenkomstig welk
profiel
een plaats moet worden vervuld.
8.
Het vakgroepbestuur kan werkgroepen instellen voor bepaalde onderwerpen.
ADVISERENDE
LEDEN VAN HET VAKGROEPBESTUUR
ARTIKEL
5
1 Elk
van de vakgroepbesturen heeft de bevoegdheid één lid van een andere
beroepsorganisatie
te verzoeken aanwezig te zijn bij de vergaderingen van het
vakgroepbestuur
en daarin een adviserende stem te hebben. Het totaal aantal van
dergelijke
adviserende leden zal niet meer bedragen dan één/derde (1/3) van het
aantal
leden van het vakgroepbestuur.
2
Zulk een adviserend lid wordt op de zelfde wijze uitgenodigd als de leden van
het
vakgroepsbestuur,
toegang hebben tot de vergaderingen van het vakgroepsbestuur
en
het recht te hebben het woord te voeren op gelijke basis als de leden van het
vakgroepsbestuur.
Het adviserende lid heeft geen stemrecht.
1. Tenminste eenmaal
per jaar roept het vakgroepbestuur een vakgroeps
ledenvergadering bijeen voor de leden die zij vertegenwoordigt.
2 De leden
van de vakgroep hebben ten aanzien van de vakgroeps
ledenvergadering ceteris paribus dezelfde rechten en
verplichtingen als bij de ledenvergadering van de Orde.
3. De verordeningen en nadere regels op de
ledenvergadering van de Orde zijn ceteris paribus van
toepassing op de vakgroepsledenvergadering
4. Het
vakgroepbestuur doet voorstellen over de nieuw te benoemen bestuursleden van
het vakgroepbestuur
5. Het
vakgroepbestuur brengt verslag uit over haar activiteiten van het afgelopen
jaar en doet voorstellen over de activiteiten en plannen voor het komende jaar
zoals omschreven in artikel 4.
1. Het bestuur kan – de
ledenvergadering gehoord – nadere regelen vaststellen ter uitvoering van deze
verordening.
2.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008.
3.
Deze verordening wordt aangehaald als ´Verordening op de vakgroepen´.
Toelichting
Algemeen
De
werkzaamheden, die door accountants kunnen worden verricht, kunnen zeer
verschillend van aard zijn en kunnen een onderscheidende reikwijdte hebben. De
(inter)nationale wet- en regelgeving die van
toepassing is op de accountant heeft veelal als scope de zogenaamde ´wettelijke
controles`. Het merendeel der accountants is echter niet betrokken bij de
uitvoering van ´wettelijke controles´ en verrichten andere werkzaamheden in het
bedrijfsleven en bij de overheid. Deze accountants hebben echter wel behoefte
aan op hun werkzaamheden toegesneden regelgeving en voorzieningen voor
permanente educatie in hun eigen vakgebied. Om aan deze behoefte tegemoet te
komen wordt voorgesteld de accountants in te delen in vakgroepen, gebaseerd op
de aard van de te verrichten werkzaamheden. Daarmee wordt tevens de
pluriformiteit van het accountantsberoep tot uitdrukking gebracht.
Artikelsgewijze
toelichting
Artikel
1
Artikel
1 beoogt het bestuur de bevoegdheid te geven tot het instellen van vakgroepen,
gebaseerd op de aard van de te verrichten werkzaamheden.
Artikel
2
Artikel
2 regelt de instelling, samenstelling en benoeming van het vakgroepbestuur.
Artikel
3
Artikel
3 regelt de werkwijze van het vakgroepbestuur.
Artikel
4
Artikel
4 regelt de taken en bevoegdheden van het vakgroepbestuur.
Artikel
5
De
aard van de werkzaamheden verricht door een accountant is gelijk: zowel voor de
registeraccountant als de accountant-administratieconsulent. Van belang daarbij
is dat de regelgeving, permanente educatie, activiteiten en beleid – voorzover
dat niet bij de wet verplicht is gesteld – op elkaar worden afgestemd. Deze
afstemming kan gerealiseerd worden door het wederzijds uitwisselen van
adviserende leden tussen de gelijkgezinde vakgroepen uit beide beroepsorganisaties
het Koninklijk NIVRA en NOvAA.
Artikel
6
Artikel
6 regelt de taken en bevoegdheden van de vakgroepsledenvergadering.
============================================================