Terug naar Startpagina
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN

De SWA (Stichting Wakkere Accountant) bij Nivra en de WMO (Stichting Werkgroep Minnelijk Overleg) bij NOvAA hebben zich gezamenlijk tot de 1e en 2e Kamer gewend voor politieke steun. Van groot belang daarbij is een recente uitspraak van de Raad van State inzake het verbod op verenigingsdwang en beroepsuitoefening. Via het parlement, via het Ministerie van Financiën (Minfin) en de bestuursrechter trachten SWA en WMO samen met OvRAN, vrijheid van vereniging voor accountants te bereiken. Hieronder volgen de belangrijkste ontwikkelingen, de jongste gebeurtenis bovenaan.

Accountancywetgeving vanaf 2019: Federatief? Nu de politiek aan dit onderwerp niet toekwam zijn juridische wegen bewandeld. Zie dit overzicht.
Maar naar aanleiding van dit verslag van een AO op 18-12-2018 van de Vaste Commissie voor Financiën, besloot OvRAN echter op 16 januari 2019 deze brief te schrijven aan Minister Hoekstra, om aandacht te vragen voor andere belangrijke problemen naast de wettelijke controle door grote kantoren. Op 25-2-2019 volgde dit antwoord. Dat was aanleiding om op 20-3-2019 deze tweede brief te schrijven. Helaas volgde op dit schrijven geen enkel antwoord.
Pas bij deze nieuwe wijzigingswet 2024 blijkt dat de BigFour hun oude stemoverwicht in het bestuur terug gaan winnen door de ledengroepen simpelweg af te schaffen.
Dit ondanks het feit dat de toelichting op de eerdere art. 12 MvT vermeldt: “Om recht te doen aan de verschillende belangen binnen de pluriforme beroepsorganisatie is het belangrijk dat de verschillende groepen accountants evenredig vertegenwoordigd zijn in het bestuur van de beroepsorganisatie.
En ondanks het feit dat ook de “Beginselen van goed NBA-bestuur voorschrijven in 1.1.: Het bestuur is dusdanig samengesteld dat het een evenwichtige afspiegeling van de accountantsberoepsgroep vormt, waarin de verschillende categorieën accountants naar de aard van hun werkzaamheden in het bestuur zijn vertegenwoordigd”. Opmerkelijk dat deze oude Gedragscode NBA-bestuur niet meer online traceerbaar is en gewijzigd blijkt te zijn m.i.v 2024 in deze nieuwe code waar in het NBA Bestuur voor de meerderheid van de NBA-leden niet werkzaam in het beroep, geen plaats meer is.
Welke onzichtbare hand zou dit alles aansturen ten faveure van de BigFour?

Accountancywetgeving 2012: Federatief? Nee dus, althans niet via de Nederlandse politiek op korte termijn tenzij de 1e Kamer ingrijpt!!! Nee dus!!!
Op dinsdag 28 november lijkt de 1e Kamer volgende week dinsdag af te stevenen op instemming met nog 3 moties over details te gaan. Het debat ging vrijwel uitsluitend over de 2 WTA amendementen. Net als in de 2e Kamer kwam het belangrijkste onderwerp democratie, verenigingsdwang, gedwongen winkelnering, checks and balances etc. slechts zijdelings aan de orde ondanks het feit dat OvRAN bijgaande brief stuurde. Het wachten is nu op EHRM. Dat kan nog enkele jaren duren.
Op maandag 29 october ontving de 1e Kamer de Memorie van Antwoord. De commissie bespreekt het wetsvoorstel op 6 november 2012 en zal mogelijk op 4 december plenair besluiten over wetsontwerp 33025. Niet ongebruikelijk geeft de minister ook in deze veel tekst maar ontbreekt de essentie. Deze nieuwsbrief geeft een samenvatting van de ontbrekende essentie in de MvA op de vragen gesteld door CDA, SP en GL. Samen goed voot 24 zetels.
Op dinsdag 19 september werd het voorlopig verslag vastgesteld. Onder het hoofd "Evenwichtige belangenvertegenwoordiging en democratische organisatie" stellen CDA (11 zetel), SP(8) en GL(5), samen 24 zetels van 75, vragen over democratie en verenigingsvrijheid. Mogelijk heeft dit schrijven daar aan bijgedragen. De overige partijen laten er zich niet over uit. VVD(16), D66(5) en ook CDA(11), samen 32 zetels, verzetten zich heftig tegen de beide amendementen Plasterk/van Vliet. Er is dus een gerede kans dat wetsontwerp 33025 wordt teruggestuurd naar de 2e Kamer in gewijzigde samenstelling.
Op dinsdag 11 september vindt het voorbereidend onderzoek plaats van de Eerste Kamercommissie voor Financiën. Besloten werd tot schriftelijke voorbereiding.
Op dinsdag 21 februari stond wetsontwerp 33025 op de agenda van de Eerste Kamercommissie voor Financiën. Deze besloot voorlichting door de Raad van State te vragen over de door de Tweede Kamer aangenomen amendementen. Dit advies werd op 4 mei 2012 ontvangen. Aan het onderwerp verenigingsdwang en consistentie met de WTA werd niet toegekomen.
Op dinsdag 14 februari keurde de 2e Kamer het fusievoorstel NBA goed inclusief de beide amendementen scheiding controle en advies(Plasterk­-PvdA-, Irrgang­-SP- en Braak­huis­-GL-) en verplichte roulatie (van Vliet -PVV-). Zie nieuwsbrief 31.. De komende jaren zal het er om spannen of de 2e Kamer het federatief model eerder oppakt dan Straatsburg of laat liggen tot Straatsburg.
Op maandag 6 februari vond het debat plaats in de Vaste Kamercommissie Financien over het tweede pakket wetgeving financiële markten (tweede FM-pakket) (33 021, 33 023, 33 025, 33 057, 33 058 en 33 059). Het wetsontwerp 33025 betrof de fusie Nivra/NOvAA in NBA. Alle aandacht ging uit naar de scheiding controle/advies en verplichte roulatie bij OOB's, Chinese walls bij AFM. Daarnaast kregen bankiersbonussen en pensioenen alle aandacht. Geconstateerd moet worden dat de Kamer praktisch geheel voorbij ging aan de gebreken in het wetsontwerp fusie NBA en de antwoorden van de minister. Formeel wordt pas dinsdag 14 februari 2012 gestemd maar vrijwel zeker geeft de 2e Kamer geen prioriteit aan de voorgestelde wijzigingen naar een federatief model accountancy. De scheiding controle/advies naast de na 8 jaar verplichte roulatie bij OOB's en ook de opheffing van de Chinese walls bij AFM, halen vrijwel zeker een meerderheid. Via de politiek gaat een federatief model dus voorshands niet lukken. Het lange wachten is nu op Straatsburg.
Op 9 januari 2012 stuurde OvRAN deze deze analyse van het antwoord van Minister de Jager. Gedetailleerd wordt in 4 pagina's aangetoond waarom het antwoord van de Minister vaak onjuist, onvolledig of inconsistent is met andere wetgeving. Soms geeft de Minister antwoord op niet gestelde vragen, sommige vragen worden in het geheel niet beantwoord. De Minister toont aan de status quo te willen handhaven en daarom tegenstander te zijn van pluriformiteit, meer maatwerk, meer differentiatie, zelfbestuur en zelfregulering bij accountants.

Accountancywetgeving 2011: Federatief?
Op 22 december 2011 publiceerde Minfin de antwoorden op de gestelde vragen in deze nota. Inzake verenigingsdwang en gedwongen winkelnering met de stelling: "Er is geen jurisprudentie bekend (ook niet van het EHRM) waarin de rechtsfiguur van een publiekrechtelijke beroepsorganisatie in strijd met het EVRM of de Grondwet is geacht." Dat klopt helemaal! Het gaat hier om goed parlementair gebruik bij moeilijke vragen: antwoorden op een niet-gestelde vraag. De vraag was waarom het voorbeeld van de wet BIG voor medici(alleen registratie) niet is gevolgd en waarom voorbij is gegaan aan vaste jurisprudentie EHRM: "If Contracting States were able, at their discretion, by classifying an association as “public” or “para-administrati­ve”, to remove it from the scope of Art. 11, that would give them such latitude that it might lead to results incompa­tible with the object and purpose of the Convention ...".
Op 2 november 2011 konden alle kamerfracties schriftelijk reageren op het wetsvoorstel fusie NBA. Uit dit verslag blijkt dat de grootste kamerfracties zeer kritische vragen stelden. Onze nieuwsbrief 29 SWA geeft een samenvatting. Onder meer kwam aan de orde dit concept-amendement van OvRAN voor een federatief NBA. Ook dit schrijven van het Limperg-overleg, kwam aan de orde. De minister is nu aan zet. Worden dat tegenvoorstellen of wacht hij op de uitslag Straatsburg?
Op 27 oktober 2011 vond een accountancy debat plaats in de 2e Kamer met als onderwerp scheiding controle en advies. Er bleek een meerderheid voorhanden om de voorstellen van Plasterk te steunen. De minister komt met tegenvoorstellen. Het zou kunnen zijn dat dit debat wordt ingehaald door de voorstellen Barnier die in november worden verwacht.
Op 1 september 2011 schreef OvRAN deze brief aan de Vaste Kamercommissie Financien. In herinnering werd gebracht dat het oudste arrest Le Compte inzake verenigingsdwang bij beroepsbeoefenaren beoogde "to protect everyone's freedom against the compulsory regimentation of the professions by means of closed and exclusive organizations”. Voorts dat het toch wel merkwaardig zou zijn als het huidige CDA/VVD kabinet afweek van de opinie van een eerder CDA/VVD kabinet:""Principieel wenst het kabinet geen ongeclausuleerde wettelijke monopolies voor groepen van beroepsbeoefenaren, zeker niet daar waar op grond van een wettelijke norm anderen buiten die groep ook aan de gestelde norm voldoen. (Antwoord Minister op Advies Raad van State)""
Op 12 augustus 2011 deponeerde OvRAN samen met enkele leden de eerder aangekondigde klacht in Straatsburg over de weigering van Minfin en Nivra grondrechten m.n. verenigingsdwang te respecteren.
Op 18 februari 2011 stuurde OvRAN dit schrijven naar de vaste kamercommissie Financiën met het verzoek via een amendement op het wetsvoorstel NBA met deze 8 simpele tekstwijzigingen een beschamende nederlaag voor Minfin in Straatsburg te voorkomen.
Op 15 februari 2011 diende de PvDA fractie bij monde van Ronald Plasterk een initiatiefnota in die onder meer beoogde een einde te maken aan de belangrijke weeffout in accountancy-regelgeving die wettelijke controle naast lucratieve adviesopdrachten toelaat.
Op 15 februari 2011 deed CBB uitspraak inzake de lopende procedures tegen Minfin en Nivra. Klik hier voor de details van de uitspraak inzake Minfin en Nivra. Het beroep tegen Minfin is niet ontvankelijk verklaard. Dat tegen Nivra is ontvankelijk verklaard maar met de aantekening dat op art. 11 EVRM, verbod op verenigingsdwang, alleen met vrucht een beroep gedaan kan worden bij privaat-rechtelijk verenigingen. Dit zonder enige motivatie. Aan alle argumenten uit de Europese jurisprudentie die het tegendeel aantonen, wordt voorbijgegaan. Deze uitspraak is strijdig met de tekst, de geest en de jurisprudentie van art. 11 EVRM. Binnen zes maanden zal hoger beroep worden ingesteld bij EHRM in Straatsburg.

Accountancywetgeving 2e helft 2010: Federatief?
Op 9 december 2010 wees de Rechtbank Rotterdam het verzoek af van OvRAN om haar leden toe te laten tot de wettelijke controle ex. art. 28 WTA. Details hier. Hoger beroep is op 29-12-2010 ingediend bij CBB.
Op 22 november 2010 blijkt dat de oud-voorzitters van Finad (grootste ledengroep binnen Nivra) deze brief aan de Kamer hebben gestuurd om de 8 tekstwijzigingen voorgesteld door OvRAN, SWA en WMO, betreffende het federatieve model als uitgangspunt te nemen voor gesprekken over een zelfstandige Kamerstructuur.
Op 19 november 2010 stuurt OvRAN een brief aan de Minister wie dan wel dhr. S. zou zijn die wordt opgevoerd in kamerstuk 31270, nr. 23 op 18 juni 2010. Deze brief aan de Kamer, verzonden vlak voor het AO accountancy op 24 juni 2010, heeft bij kamerleden vermoedelijk verwarring veroorzaakt door de extreme standpunten van dhr. S. aan OvRAN toe te schrijven. Via een telefoontje van Minfin als antwoord bleek dat dhr. S. dhr. Stoele is. kamerstuk 31270 is inmiddels gecorrigeerd. De heer Stoele heeft inderdaad op 19 april 2010 een brief gestuurd aan de Kamer over het wetsvoorstel NBA. De heer Stoele heeft bevestigd dat de vrij extreme standpunten die Minfin hem heeft toegeschreven in het inmiddels gecorrigeerde kamerstuk 31270 niet van hem afkomstig kunnen zijn. Raadsel blijft natuurlijk waarom dergelijke extreme standpunten van onbekende herkomst, door Minfin toch aan de kamer zijn gecommuniceerd zo vlak voor het laatste AO accountancy over de NBA en als parlementair stuk dit fundamentele debat blijft ontsieren.
Op 15 november 2010 liet Minfin verstek gaan op de zitting van de Rechtbank Rotterdam. Deze procedure handelt over indirecte verenigingsdwang door de weigering leden van OvRAN via art. 28 WTA toe te laten tot de wettelijke controle. Vonnis over 6 weken. Zie ook de laatste stand van zaken bij de CBB procedure ex. art. 1 WRA.
Op 13 oktober 2010 publiceerde de EU een groenboek over "Audit Policy: Lessons from the Crisis". Op de door de EU naar voren gebrachte bezwaren en voorstellen heeft het Bestuur van OvRAN positief gereageerd. Zie deze nieuwsbrief. Een aantal ontwikkelingen hebben het accent bij wettelijke controle gewijzigd van inhoud naar vorm. Daarom zijn verdergaande maatregelen nodig dan de commissie voorstelt. Het controlelandschap moet fundamenteel veranderen via onder meer drie concrete maatregelen:
a. een limiet, bijv. 10% voor alle niet-controlewerk bij dezelfde controleclient,
b. een verplicht inhoudelijk verslag over de inhoud van de controle, evt. discussiepunten en bedreigingen voor de liquiditeit,
c. onder voorwaarden de onderneming in staat stellen te oordelen over (delen van) de kwaliteit van de controle om die zo nodig te vervangen door andere adequate maatregelen.
In een brief van 7-10-2010 aan de Kamer zet Minfin uiteen de voorwaarden die OvRAN stelt niet opportuun te achten.
Op 6 oktober 2010 spreekt OvRAN haar verbazing uit over de weigering van Minfin om de principiële keuze voor een federatief accountancy-model zonder verenigingsdwang op basis van alle bekende jurisprudentie, objectief en onbevooroordeeld aan de Kamer voor te leggen.
Op 24 september 2010 antwoordt Minfin op de brief van OvRAN van 14 augustus 2010 over de gespreksuitnodiging. Minfin concludeert dat alle relevante argumenten over principiële beleidskeuzes zijn vermeld nu deze beleidsvoornemens kenbaar zijn gemaakt in een brief d.d. 18 maart 2010 van de Minister, gevolgd door een algemeen overleg accountancy-wetgeving op 15 juli. Als gevolg meent Minfin niet aan het verzoek van OvRAN tegemoet te kunnen komen en ziet ook niet in welke toegevoegde waarde dat heeft.
Op 14 september 2010 vonden diverse zittingen plaats bij CBB inzake 5 procedures over het onderwerp accountancy-wetgeving. Klik hier voor de laatste stand van zaken.
Op 8 september 2010 besluit de vaste kamercommissie Financiën om de Minister een reactie te vragen op de brief van OvRAN d.d. 16-4-2010 over verenigingsdwang en Europese jurisprudentie.
Op 14 augustus 2010 liet OvRAN via dit schrijven weten graag in te gaan op de uitnodiging van de minister om van gedachten te wisselen over accountancywetgeving. Gezien eerdere vruchteloze gesprekken over dit onderwerp met ambtenaren van Minfin, ziet OvRAN graag dat:
   1.Minfin de keuze federatieve of monolithische accountancy-wetgeving objectief en onbevooroordeeld voorlegt aan de Kamer ter beoordeling.
   2.Minfin het juridisch oordeel of sprake is van verenigingsdwang op basis van alle bekende jurisprudentie objectief en onbevooroordeeld aan de Kamer voorlegt.
Op 23 augustus 2010 dienden OvRAN, SWA en WMO 8 tekstwijzigingen in. Door deze tekstwijzigingen wordt de positie van de MKB-accountant, democratie en verenigingsvrijheid gewaarborgd. Dit wordt bereikt door via een federatief model de feitelijke macht in de NBA te geven aan ledengroepen. Daarmee komt een eind aan de huidige situatie dat de ledengroep "grote kantoren" de regelgeving op allerlei manieren naar hun hand zet. Met deze 8 kleine tekstwijzigingen kunnen de ledengroepen de bestaande toetredingsdrempels (zie voetnoot 1 in het voorstel op pagina 1) desgewenst wijzigen of opheffen binnen het kader van de IFAC-regels. Dat vermindert de regeldruk en werkt kostprijsverlagend. Het bevordert bovendien de concurrentie. Ook kleine accountants krijgen zo, net zoals grote kantoren via de VGC al wisten te bereiken, wederom de mogelijkheid zich vrij te stellen van veel te zware accountantsregelgeving voor veel "assurance-opdrachten", samenstelverklaringen, fiscale aangiften etc. Het zou een logische consequentie zijn als OvRAN in een dergelijk federatief model zou besluiten deel uit te gaan maken van die federatie. In deze aanpak voelt OvRAN zich gesteund door een meerderheid van kamerleden en rechterlijke uitspraken van CBB, EHRM en RvS..
Op 19 juli 2010 werd het wetsontwerp ter consultatie voorgelegd. De teksten treft u aan met de links: concept wetsvoorstel en de memorie van toelichting. OvRAN zal binnenkort met tekstvoorstellen komen die democratie bij NBA garanderen en de strijdigheid met hogere regelgeving opheffen. Overigens gaan de titels RA en AA op termijn verdwijnen.
OvRAN heeft op 13 juli 2010 deze brief gericht aan de vaste kamercommissie Financiën met de constatering dat Minfin geen antwoord geeft op de beide vragen (democratie en verenigingsdwang) waarover de vaste kamercommissie antwoord verzocht.
Op 24 juni 2010 vond in de vaste kamercommissie Financiën algemeen overleg plaats over de aanstaande accountancywetgeving i.v.m. de fusie Nivra/NOvAA in de NBA. Zie dit ongecorrigeerd woordelijk verslag. De toonzetting van de kamerleden was zeer kritisch. Wat hebben we eigenlijk aan accountants en accountantsverklaringen, liever geen PBO, zorgen over monopolieposities, kleine accountants en gedwongen winkelnering. Het wetsontwerp wordt binnenkort verwacht. Voor een meer gedetailleerde analyse van de kritische commentaren, zie nieuwsbrief 24 SWA.
Op 18 juni 2010 gaf de Minister antwoord op het verzoek van de vaste kamercommissie Financiën op 21-4-2010 aan de Minister te antwoorden op de vragen gesteld in de brief van OvRAN van 19-4-2010 inzake gezichtverlies. Uit dat antwoord blijkt dat het Ministerie geen van beide vragen wenst te beantwoorden. Toch zijn het essentiële vragen voor accountancy-wetgeving. Op vraag 1, garanties democratie, gaat het Ministerie in het geheel niet in ondanks recente voorbeelden van gebrek aan inherent democratisch besef. Op vraag 2, verenigingsdwang, geeft het Ministerie antwoord op een zelfverzonnen vraag over PBO's die OvRAN nooit heeft gesteld. Nivra/NOvAA zijn bovendien helemaal geen PBO. De vraag komt zelfs op of het Ministerie de 2e Kamer niet probeert te misleiden door essentiële vragen over democratisch functioneren, verenigingsdwang en gedwongen winkelnering niet te beantwoorden, dit ondanks het specifieke verzoek van de 2e Kamer.

Accountancywetgeving 1e helft 2010: Federatief?
Op 4-6-2010 gaf Minister de Jager een non-antwoord via een van zijn ambtenaren. Op 24 juni 2010 zal de Jager zijn standpunt toelichten bij de vaste kamercommissie Financiën. Tevens wordt aangekondigd dat voor het zomerreces een concept wetsvoorstel zal worden voorgelegd aan de beroepsgroep ter consultatie.
Op 21-4-2010 heeft de vaste kamercommissie Financiën besloten om agendapunt 17: Standpunt inzake fusie NIVRA en NOvAA, te agenderen voor een na de verkiezingen te plannen algemeen overleg over accountancy. Tevens is de minister gevraagd om een reactie op de brief van OvRAN van 19-4-2010. Dit antwoord is vermoedelijk gegeven in een brief van 18 juni 2010. In dat antwoord schuift Minfin een zekere dhr. S. of dhr. St. standpunten in de schoenen die door OvRAN nooit zijn ingenomen of verkondigd. Datzelfde geldt voor een andere brief aan de Kamer van gelijke datum
Op 19-4-2010 waarschuwt OvRAN Minister de Jager voor gezichtverlies indien tijdens of na de behandeling van het fusievoorstel blijkt dat de Europese Commissie of de rechtbank oordeelt dat het voorstel in strijd is met hogere Europese regelgeving.
Op 16-4-2010 attendeert OvRAN de vaste kamercommissie Financiën in bijgaand schrijven dat de brief van 14-4-2010 wel erg gemakkelijk voorbij gaat aan onder meer verschillende Europese arresten inzake verenigingsdwang.
Op 14-4-2010 volgde het antwoord van Minister de Jager over de vragen van de vaste kamercommissie Financiën van 24 maart 2010 over 'gedwongen winkelnering' en publiekrechtelijke status.
Op 24-3-2010 verzocht de vaste kamercommissie Financiën in haar besluit onder punt 11 om de Kamer nader te informeren over hoe de publiekrechtelijke status van de beroepsorganisatie zich naar zijn oordeel verhoudt tot het verschijnsel van "gedwongen winkelnering". Tevens wil de commissie graag nader geïnformeerd worden over wat de fusie betekent voor de positie van concurrerende partijen en - in dit verband - op de wettelijke titelbescherming.'
Minister de Jager is Minister Bos opgevolgd en deelde in dit schrijven van 18-3-2010 mee dat hij in de zomer van 2010 een ontwerp voor een nieuwe wet op het accountantsberoep voor consultatie gereed zal hebben.
Op 12 januari 2010 vond een gesprek plaats tussen verantwoordelijke Minfin-ambtenaren en OvRAN. Na afloop van dit gesprek is besloten beroep aan te tekenen tegen het besluit van Minfin beide verzoeken van OvRAN niet ontvankelijk te verklaren op formele gronden. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) en de Rechtbank Rotterdam mogen zich nu uitspreken over verenigingsdwang etc. Voor fijnproevers van bestuurs- en Europees recht loont het de moeite de beide beroepschriften in te zien. Het beroepschrift CBB stelt de boeiende vraag hoe het in Nederland mogelijk is dat de publiekrechtelijke organisatie Nivra ten processe verklaart dat art. 1 lid 4 WRA tot verenigingsdwang dwingt en dat Minfin verklaart dat zij onbevoegd is de wet aan te passen. De Rechtbank Rotterdam kan zich uitlaten over verenigingsdwang etc. via art. 28 WTA. Naast Chassagnou tegen de Franse Staat wordt nu ook Schneider tegen de Luxemburgse Staat en de uitleg van indirecte verenigingsdwang aan de orde gesteld. Inmiddels is een klacht bij de Europese Unie ingediend dat de Nederlandse overheid welbewust verzuimt haar regelgeving aan te passen aan evidente grondrechten.

Hernieuwd Debat Toekomst Accountancyregelgeving
Op 18 december 2009 deelde Minfin de beslissing mede de beide verzoeken tot besluit niet ontvankelijk te verklaren. Inhoudelijke argumenten worden daarmee ontweken. Naar Minfin stelt is een verzoek tot uitleg van een wettelijke bepaling (art. 1 WAA/WRA) geen beslissing gericht op rechtsgevolg. Het verzoek om toepassing art. 28 WTA is, zo stelt Minfin, niet vatbaar voor bezwaar en beroep omdat de weigering van een verzoek om een algemeen verbindend voorschrift vast te stellen op grond van de AWB niet vatbaar is voor besluit of beroep. OvRAN wordt verder uitgenodigd voor een inhoudelijk gesprek over de materie. Afhankelijk van de uitkomsten daarvan zal plan B verder worden uitgevoerd. Daarover volgen nadere berichten in 2010.
Op 19 november 2009 liet Minfin op aimabele wijze weten voorshands de beide verzoeken tot besluit niet in behandeling te nemen.
Op 30 november 2009 is als gevolg op de meest aimabele wijze in een reactie aan Minfin bezwaar gemaakt in de hoop bestuursrechtelijke en mogelijk Europese procedures te voorkomen al dan niet via parlementaire druk.
N.a.v. de fusievoorstellen Nivra/NOvAA heeft OvRAN bij Minfin op 19 october 2009 twee verzoeken ingediend inzake wijzigingen accountancy-regelgeving. Dit in afwachting van de eerder toegezegde visie van Minfin op de toekomstige Accountancyregelgeving. Gebleken is immers dat in een brief van 7 oktober 2009 Minfin mededeelde het kabinetsstandpunt inzake de toekomstige accountancy-regelgeving pas te onthullen, nadat voornoemd fusietraject vergaand is afgerond. Kortom, geen eigen visie, het woord is aan het parlement. De kredietcrisis met haar gevolgen is waarschijnlijk belangrijker.
De twee OvRAN verzoeken besluiten te nemen, lopen vooruit op de toekomstige accountancy-regelgeving en betreffen:
a)duidelijker interpretatievoorschrift van art. 1 lid 41 van de Wet op de Registeraccountants (WRA) en de Wet op de Accountants-Administratie consulenten (WAA) waardoor ieder ex-lid2 van Nivra of NOvAA evenals buitenlandse accountants de mogelijkheid krijgt zich wederom in te schrijven in het accountantsregister zonder verplicht lidmaatschap met tegenstrijdige beroepscodes, beide gebaseerd op dezelfde IFAC Code of Ethics.
b)toelating van onze leden tot de wettelijke controle via een AmvB ex. art. 28 WTA.
Klik hier voor verdere details van de beide verzoeken.

De fusievoorstellen Nivra/NOvAA impliceren "oude wijn in nieuwe zakken". Van de oude bestuurstoezeggingen Nivra over zelfstandige bevoegdheid van ledengroepen (Kamers) is na ruim 10 jaar interne discussie niets overgebleven! Ook van het rapport Schilder is niets overgebleven! De uitgangspunten “Decentraal wat kan” via een decentrale twee-cluster invulling waaronder een zelfstandig Cluster Finance Management (lees Finad) naast het cluster Finance & Audit, zijn weer vervangen door een bestuur dat, zoals gebruikelijk, wordt overheerst door een minderheid van grote kantoren.

Rijkssubsidiekader
Ter vermindering van administratieve regeldruk is besloten om subsidieverstrekking lastenarmer te maken. Daartoe heeft het Ministerie van Financiën (Minfin) het rijkssubsidiekader gelanceerd. In de voorbereiding heeft de Commissie voor de Rijksuitgaven op 18 juni 2009 onder meer de volgende vraag gesteld: "Komen voor de verstrekking van de accountantsverklaring voor subsidies boven de 125 000 euro alleen de Nivra- en NOvAA-accountants in aanmerking, of ook de OvRAN-accountants en wat is de reden hiervoor?" Minfin reageerde als volgt in eerste instantie: "Het Subsidiekader sluit aan bij de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de accountantscontrole. Dit betekent dat inderdaad alleen accountants die op grond van de Wet op de Registeraccountants (WRA) of de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten (WAA) ingeschreven zijn en voldoen aan de beroepsregelgeving die op grond van deze wet is opgesteld in aanmerking komen om een verklaring af te geven bij een subsidieverantwoording. De reden hiervoor is dat het wetgevingsarrangement voor het accountantsberoep voorziet in eisen ten aanzien van onder andere de opleiding, de kwaliteitsbewaking en -toetsing en het tuchtrecht. Evenals ten aanzien van jaarrekeningen op grond van Titel 9 BW 2 sluiten wij hierbij aan." Het woord is nu aan de Commissie voor de Rijksuitgaven c.q. het parlement om Minfin er op te wijzen dat:

  • de bestaande accountancyregelgeving in strijd is met hogere regelgeving en i.v.m. aanwijzing 18 uit de geldende Aanwijzingen voor de Regelgeving Minfin gehouden is vooraf te checken op tegenstrijdigheid met hogere regelgeving.
  • privaat-rechtelijke accountantsverenigingen zich ook houden aan alle Ifac-regels qua opleiding, kwaliteitsbewaking en -toetsing c.q. tuchtrecht. Dergelijke verenigingen uitsluiten is niet alleen verboden discriminatie maar ook strijdig met de doelstelling vermindering van regeldruk en lastenarme subsidieverstrekking.
  • de eisen van Titel 9 over accountantsverklaringen slechts een beperkt aantal ondernemingen betreft terwijl subsidieregelingen voor veel meer ondernemingen van belang zijn.
  • Gebruik benaming 'Accountant'
    Er lopen meerdere procedures over het gebruik van titels voor OvRAN-leden. Klik hier voor details. Daarnaast spannen Nivra/NOvAA zich in om zo veel als mogelijk aangifte te doen van gebruik van de beroepstitel accountant. Ondanks al die moeite blijkt informeel dat geen vervolging van OvRAN leden zal plaatsvinden wegens titelgebruik “accountant” gedurende bovengenoemde procedures. Klik hier voor details van de brief d.d. 24 juli 2009. Dit is overigens nog niet schriftelijk bevestigd. Dit betekent gezien de evident duidelijke EHRM-jurisprudentie rond verenigingsdwang dat vervolging nooit zal plaatsvinden.

    Debat Toekomst Accountancyregelgeving
    Het 2008-debat werd geopend door OvRAN, Orde van Register Adviseurs Nederland. Deze recent opgerichte alternatieve accountantsvereniging heeft het “Koffertje van de adviseur-accountant” op de 3e dinsdag in September aangeboden aan de leden van de vaste Kamercommissies Financiën en Justitie. Dit “Koffertje” biedt een goed overzicht van het laatste accountancy-debat in de jaren 2002-2003.

    Het rapport van de commissie Schilder (Corporate Governance Nivra) is in november 2008 gepubliceerd. Het was de bedoeling dat vervolgens de politiek in het najaar zou besluiten of er naast de AFM nog behoefte is aan een publiekrechtelijke organisatie om accountants die commerciële activiteiten privaatrechtelijk uitvoeren, te blijven reguleren. De kredietcrisis en de druk op Nivra en NOvAA om te fuseren, hebben vertraging veroorzaakt. Uiteindelijk kwam op 12 januari 2009 een Brief van Minister Bos waaruit blijkt dat het kabinetsstandpunt nu naar verwachting in de eerste helft van 2009 naar de Kamer kan worden gezonden. Een concept wetsontwerp inzake de noodzakelijke nieuwe accountantswet om de fusie Nivra/NOvAA mogelijk te maken zal worden voorbereid.

    Begin september 2009 blijkt dat het kabinet nog steeds geen standpunt heeft ingenomen en dat er ook geen wetsontwerp ligt om de fusie Nivra/NOvAA te regelen.

    Eerste Kamer, behandeling WTRA(Wet Tuchtrecht Accountants)
    Op 5-7-08 heeft de 1e Kamer de behandeling van het WTRA-voorstel zonder enige opmerking goedgekeurd. Mogelijk heeft daarbij een rol gespeeld dat de Minister van Justitie op 10 juni 2008 mededeelde (Kamerstuk 31 200 VI) dat het "Wetsvoorstel tuchtrechtspraak accountants (30 397)" pas na het zomerreces in behandeling genomen zou worden wegens gebrek aan tijd om de Memorie van Antwoord zorgvuldig op te stellen. Toch was al op 16 juni 2008 de Memorie van Antwoord ontvangen. Hoe dan ook, op 17 juni besloot de Vaste Kamercommissie Justitie de WTRA als hamerstuk af te doen samen met diverse andere wetsontwerpen. De interessante vragen die in eerste instantie werden gesteld, zijn verder niet meer aan de orde gekomen.

    Tweede Kamer, behandeling WTA(Wet Toezicht Accountants)
    Bij dit langdurige debat in drie ronden naast een stemmingsronde op 25-4-2008 hebben de gezamenlijke tweede Kamerleden afgedwongen dat dit najaar de minister zijn standpunt zal geven over de herziening van de accountancy-regelgeving. De eerste kamer wees al eerder op de noodzaak daarvan bij de behandeling WTRA. De sympathiebetuigingen van bijna alle fracties voor de "kleine" of "MKB-accountant", heeft het Nivra en Novaa er zelfs toe aangezet een gezamenlijke brief te schrijven aan de Minister van Financiën om zich te beklagen over deze sympathiebetuigingen. De aangekondigde Nivra-lobby om de verloren Nivra-strijd over het recht van initiatief te repareren door een meritocratische "representatie niet alleen op basis van numerieke maar ook van kwalitatieve overwegingen(lees controlerende accountants)", is waarschijnlijk nu in de kiem gesmoord. Gezien het recente vergaande verbod op verenigingsdwang, zal dit een zeer ingrijpende wijziging moeten worden van de structuur van Nivra/NOvAA. Het wettelijk monopolie op beroepstitels als "accountant etc", RA is niet langer houdbaar. Dat zal nog wel lange tijd pittige discussies vergen op basis van het rapport van de commissie Schilder en onze alternatieve aanbevelingen.

    Eerste Kamer, behandeling WTRA(Wet Tuchtrecht Accountants)
    Inmiddels (15-2-08) heeft ook de 1e Kamer een ongebruikelijk groot aantal vragen gesteld aan de staatssecretaris naar aanleiding van het wetsontwerp Wet Tuchtrecht Accountants (WTRA). De ondertoon van die vragen is zo kritisch en sommige vragen zijn zo indringend, dat de vraag gesteld kan worden: "Haalt deze WTRA het wel?". Opmerkingen als: "op te veel punten gebreken", of "vragen met betrekking tot de organisatie van de accountancy meer in het algemeen" zijn veelbetekenend. Ook de volgende opmerking is niet mis te verstaan: "Wordt een meer fundamentele herziening van het totale stelsel van tuchtrechtspraak nog door de regering overwogen (al of niet in lijn met de nota Huls c.s.)? Zo ja, waarom wordt het onderhavige dan nu al doorgevoerd en niet aangehouden tot het moment van integrale herziening?"

    Let ook op deze volzin: "En zo ja, is dan de procesgang via klachtinstantie, accountantskamer en College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) niet aanmerkelijk gecompliceerder en belastender geworden ten opzicht van de huidige procedure Raden van Tucht en CBB?"

    Over concurrentievervalsing door grote kantoren wordt bijv. opgemerkt: "In het maatschappelijk veld wordt geklaagd over de te grote opschaling van accountantspraktijken. Concurrentie wordt - zo zeggen de bedrijven - feitelijk buiten werking gesteld. Is er reden, zo vragen de leden van de PvdA-fractie, om hierover bij de NMa te rade te gaan?"

    Daarmee is deze kritiek nog niet uit want de volgende paragraaf luidt: "Ook voor de tuchtrechtspraak heeft deze opschaling consequenties. Deze grote praktijken kunnen hun werkzaamheden onderbrengen in meerdere aparte bedrijfsonderdelen, waaronder één accountantsorganisatie. Daar alleen deze accountantsorganisatie onderworpen is aan accountancywetgeving, onttrekken tal van andersoortige accountantswerkzaamheden zich geheel aan de WTA en WTRA. Dit lijkt in tegenspraak met de bedoeling van deze wetten, waar immers alle activiteiten van accountants aan toezicht en tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Wil de regering dit nog eens toelichten?"

    Over de monopoliepositie van Nivra/NOvAA worden ook kritische vragen gesteld: "De aan het woord zijnde leden merken voorts op, dat de titels RA en AA bij uitsluiting zijn gekoppeld aan een (aldus) verplicht lidmaatschap van NIVRA/NOvAA. Kunnen - zo vragen deze leden zich af - accountants niet zijnde RA of AA, aan tuchtrechtspraak worden onderworpen? Zo ja, geldt dat dan zowel met betrekking tot de tuchtrechtspraak bij de accountantskamer, als bij de door NIVRA en NOvAA (waarvan zij immers geen lid zijn) in te stellen klachtinstanties? Zo alleen bij de accountantskamer, ontbreekt dan de mogelijkheid voor de voorzitter van de accountantskamer om een klacht terug te verwijzen? Zo nee, hoe worden dan cliënten van administratiekantoren, waar veelal dezelfde beroepsmatige werkzaamheden worden verricht als bij accountantskantoren, beschermd?"

    Die vraag wordt gevolgd door de juridisch zeer prangende vraag: "Is het de regering overigens bekend, dat de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 9 januari 2008 een uitspraak schijnt te hebben gedaan, waarbij het recht tot vereniging en vergadering van artikel 11 EVRM geacht wordt het grondrecht te omvatten dat niemand gedwongen kan worden zich te verenigen? Hoe ziet de regering in dit verband het feitelijk verplichte lidmaatschap van een beroepsvereniging voor accountants, maar tevens voor advocaten, notarissen, etc.? Zou de uiterste consequentie van deze uitspraak kunnen zijn, dat de onderhavige wet tevens op losse schroeven komt te staan?"

    Tenslotte wordt aandacht gevraagd voor de kostenverdeling : "De leden van de CDA-fractie vragen nog speciale aandacht voor de in de Vierde nota van wijziging zonder enige toelichting opgenomen wijziging van artikel 30 van de Wet op Accountants-Administratieconsulenten en artikel 27 van de Wet op de Registeraccountants. Deze wijziging is gebaseerd op de terechte veronderstelling dat voor de doorberekening van kosten voor het toezicht op de beroepsuitoefening een wettelijke grondslag nodig is. De betreffende kosten voor kwaliteitstoetsing zullen door de NOvAA dan wel de Orde in rekening worden gebracht bij haar leden of de kantoren waarbinnen deze leden werkzaam zijn. Ten gevolge van de doorgaans hoge kosten die aan de opzet en organisatie van de kwaliteitstoetsing zijn verbonden, lijkt het dat kleine kantoren hierdoor in een beduidend nadeliger positie worden gebracht dan geldt voor grote organisaties. Gaarne ontvangen de aan het woord zijnde leden een verklaring hieromtrent."

    Dat daarmee het laatste woord over de kostenverdeling nog niet is gezegd, blijkt uit het volgende: "De leden van de PvdA-fractie werden attent gemaakt op de in artikel 49 onder Bb, respectievelijk artikel 50 onder C, opgenomen aanpassing in artikel 30 WAA respectievelijk artikel 27 WRA. Deze aanpassing is in de vierde nota van wijziging van de Wet Tuchtrechtspraak Accountants nieuw opgenomen. Deze aanpassing heeft niets van doen met de tuchtrechtspraak, doch is een reparatie van een gebleken manco in de WAA en WRA op een geheel ander terrein. Is het raadzaam om een dergelijk Fremdkörper in de Wet Tuchtrechtspraak Accountants op te nemen? Had het niet eerder voor de hand gelegen dit aan te vatten tegelijk met de op handen zijnde aanpassingen van de WTA, waarmee de bedoelde aanpassing wél van doen heeft?"

    Vragen over het democratisch besef van Nivra
    Inmiddels (11-2-08) heeft de 2e Kamer, althans de fracties van CDA, PvdA en VVD de volgende vragen gesteld aan de staatssecretaris. Die vragen gaan met name over een motie die in de laatste ledenvergadering Nivra van van 12 december 2007 is aangenomen en die het Nivra-Bestuur van harte heeft omarmt. Die motie wil meer macht geven aan een nieuwe zelfbenoemde meritocratie die zich kwalitatief verheven voelt boven andere leden. Dit is het zoveelste signaal dat het Nivra-Bestuur zich weinig gelegen laat liggen aan democratie op basis van gelijkwaardigheid. Het is dan ook terecht dat de 2e Kamer vragen stelt hoe de Staatssecretaris van Justitie daarover denkt. De Staatssecretaris heeft een concreet antwoord ontweken.