OVERZICHT PROCEDURES tussen Nivra/NOvAA/Minfin en WMO/SWA/OvRAN:
Kort Geding WMO versus NOvAA
De WMO is
van oordeel dat de VGC tot stand is gekomen in strijd met de wet- en
regelgeving en dat daarnaast belangrijke bepalingen in de VGC
strijdig zijn met (Europese) wet- en regelgeving, Ifac regels en de
Wet op de Economische Mededinging. De VGC geeft grotere kantoren
immers de mogelijkheid zich aan alle accountancy-regelgeving te
onttrekken voor werkzaamheden buiten de wettelijke controle.
Kleinere organisaties kunnen dat niet. Los van de vraag of dit
sportief en netjes is, kunt u in de kort geding stukken lezen of
sprake is van oneerlijke concurrentie.
Tevens meent de WMO dat
het bestuur van de NOvAA handelt in strijd met de beginselen van
behoorlijk bestuur. Door initiatief voorstellen van meer dan 40 leden
niet op de agenda te willen plaatsen, moties behalve inzake de
vergaderorde niet in stemming te willen brengen, verandert een
democratisch NOvAA in een bestuursdictatuur.
Op grond van
vorenstaande overwegingen heeft de WMO een kort geding aangespannen
tegen de NOvAA.
Onder meer is gevorderd om de VGC en de
belangrijkste uitvoeringsbesluiten, zoals verplichte VGC-cursussen,
CTK, NVAK te schorsen. Voor de niet-AFM-ingeschreven leden wordt dan
de VGC tijdelijk vervangen door de oude GBR. Daarnaast is gevorderd
dat het bestuur de democratische grondrechten van de leden
herstelt.
Het gaat met name om het motie- en verordeningsrecht van
de ledenvergadering als hoogste orgaan binnen de Orde. Kortom het
recht van initiatief.
Na het arrest van het HOF Den Haag is besloten niet in cassatie te gaan. Als gevolg is plan B in werking getreden in samenwerking met OvRAN.
In plan B zijn naast de drie reeds lopende CBB procedures twee nieuwe bestuurlijke procedures tegen Minfin gestart. Daarnaast wordt de Europese Commissie gewezen op alle overtredingen van de Nederlandse Staat tegen Europese Regelgeving. Voor details zie Politieke Ontwikkelingen.
Onderstaand een historisch overzicht
van de belangrijkste processtukken, de laatste bovenaan.
Hierbij de tekst van het teleurstellende arrest van het Hof Den Haag van 20 oktober 2009.
De rechter is aan de principiele kanten van het gevorderde geheel voorbij gegaan:
1. Het meermaals niet honereren van verzoeken van meer dan 40 leden conform art. 10 WAA om ledenvergaderingen over de VGC, doet het HOF af alsof dit niet concreet zou zijn onderbouwd. Terwijl de brieven nota bene in het procesdossier zaten.
Verder stelt het HOF daarover: "Over een eventueel recht van initiatief vermelden de verordening op de ledenvergadering en de regelen ter uitvoering van de verordening op de ledenvergadering niets. Voor het oordeel dat desondanks bedoeld is aan de leden een dergelijk recht toe te kennen,heeft WMO onvoldoende gesteld. De enkele omstandigheid dat de hoogste macht berust bij de gezamenlijke leden, is daartoe onvoldoende. Evenmin is in dit kader doorslaggevend dat het bestuur van Nivra van oordeel is dat haar ledenvergadering wel een recht van initiatief heeft mits de voorgeschreven procedure (het agenda en motierecht) maar wordt gevolgd. NOvAA is niet gebonden door oordelen van (het bestuurr van) Nivra."
2. Inzake verenigingsdwang maakt het HOF de volgende opmerking: "Voorzover WMO meent dat de VGC in strijd is met artikel 11 EVRM omdat het recht op vrijheid van vereniging en vergadering tevens het recht behelst om zich niet te hoeven verenigen, overweegt het HOF dat het voorgeschreven lidmaatschap van Accountants-Administratieconsulenten niet volgt uit de VGC maar uit de wet."
Het lijkt er op dat het HOF enerzijds stelt dat sprake is van verenigingsdwang krachtens de wet maar anderzijds dat daaruit niet volgt dat lagere regelgeving onverbindend want de VGC is niet de wet. Terwijl bekend is dat EHRM tenminste 3 maal regelgeving op hoogste niveau en meerdere malen op lagere niveaus als niet verbindend heeft verklaard omdat sprake was van verenigingsdwang.
Besloten is om plan B in werking te laten treden in samenwerking met OvRAN (zie hierboven).
De schriftelijke pleitnota's werden uitgebracht op 20-1-2009.
Hierbij de tekst van de Pleitnota
WMO en de Pleitnota
van NOvAA. Naar aanleiding van de pleitnota van NOvAA heeft de
WMO nog een Repliek
opgesteld.
Het laatst bekende rolbericht geeft aan dat arrest nu is voorzien op 28-10-2009.
De Memorie van Grieven WMO is uitgebracht op de zitting van 13 maart 2008. Op 20 mei 2008 antwoordde de NOvAA met een Memorie van Antwoord en Producties. Op 9-6-2008 werd schriftelijk pleidooi overeengekomen.
De dagvaarding in hoger beroep is uitgebracht voor een rolzitting in de 2e helft van augustus 2007. Het HOF oordeelde dat allereerst een comparitie van partijen zinvol zou kunnen zijn. Deze is gehouden op 18 januari 2008 met als resultaat dat “partijen ter zitting niet tot een regeling zijn gekomen. Zij zullen met elkaar in overleg treden.” Uit de latere stukken zult u zien hoe dat overleg verder is verlopen.
Eisen in kort geding in eerste instantie zijn afgewezen: zie
Vonnis.
Uit het vonnis blijkt onder meer dat de rechter
geheel voorbij is gegaan aan de tekst en geest van art. 10 en 24 van
de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten. In de pleitnota
en dagvaarding zijn toch duidelijk verwijzingen naar de
parlementaire geschiedenis opgenomen. Daarom is de rechter
vermoedelijk ook aan onbehoorlijk bestuur niet meer toegekomen.
Verder is de rechter ten onrechte tot de conclusie gekomen dat de
WMO een deel van de wet AA buiten werking zouden willen stellen.
Duidelijk is bij de dagvaarding aangegeven dat als de VGC wordt
opgeschort, de GBAA weer van kracht zou worden. WMO wacht op uitslag
kort geding bij Nivra alvorens in appel te gaan. Inmiddels is
besloten te dagvaarden in hoger beroep.
Pleitnota NOvAA in kort geding: zie
Pleitnota
NOvAA
Uit deze pleitnota blijkt dat de NOvAA
haar advocaat apert onjuiste mededelingen heeft laten doen zonder
deugdelijke grondslag:
a. dat het WMO-Bestuur er op uit zou zijn
wel de lusten van de accountantstitel te willen hebben maar niet de
lasten en zich te willen onttrekken aan alle regelgeving voor
accountants.
b. dat als gevolg van de vordering van het WMO de
VGC op te schorten er geen gedragsregels meer zouden bestaan voor de
accountants die geen wettelijke controle doen terwijl in de
dagvaarding duidelijk staat dat in die situatie de oude GBAA van
toepassing zou blijven.
c. dat er geen netwerkdefinitie in de
VGC zou staan terwijl de dagvaarding duidelijk aangeeft dat die is
opgenomen onder Definities onder e. van accountantsorganisatie. Hoe
kan het NOvAA-Bestuur volhouden de discussie niet te manipuleren als
ze haar advocaat dit soort mededelingen laat doen in strijd met de
feiten?
Pleitnota WMO in kort geding: zie Pleitnota WMO
Dagvaarding in kort geding d.d. 5 juni 2007: zie Dagvaarding WMO.